Liang Njo

Ho Sing is de oudste van de zes kinderen, Liang Njo nummer drie. Tussen Ho Sing en Liang Njo zat een zus van wie de kinderen, toen zij overleed, door Liang Njo en haar man in huis genomen waren. Liang Njo is ook degene die Ho Sing indertijd aan zijn tweede vrouw geholpen had, Padie. Na de dood van haar man was Liang Njo in Magelang blijven wonen, tot moeder haar overhaalde om het huis in Djokjakarta met hen (broer en moeder) te delen. Ho Sing had haar toen directeur van zijn huis van lening gemaakt. Dat was in 1862 of ’63.

Op den duur vindt Liang Njo geen voldoening meer in haar situatie. De gedachte verder alleen door het leven te moeten gaan begint haar tegen te staan. Ze voelt zich depressief en kan zich vaak niet goed concentreren. Ze laat moeder en broer weten dat ze het graf van haar man in Magelang in orde wil brengen. Ze trekt er een zielig gezicht bij maar inwendig is ze boos – zonder te weten waarom of op wie. Ho Sing ziet dat; hij kent zijn zus langer dan vandaag. Ze vertrekt. De volgende stap is dat ze in Magelang blijft. Ze pakt alles aan om aan de kost te komen.

Als het verlangen naar haar dochter moeder te machtig wordt, zoekt ze Liang Njo op. Het gaat veel beter nu. Ze heeft een nieuwe liefde gevonden, met wie ze zou willen trouwen, een peranakan (een in Indonesië geboren Chinees). Moeder is zeer ingenomen met hem; hij lijkt haar beschaafd, een verantwoordelijk iemand. Ze is blij voor Liang Njo en schrijft opgetogen aan Ho Sing in Djokjakarta. Die toont zich echter onaangenaam getroffen: een vent van niks, te min voor Liang Njo, schrijft hij korzelig terug.

Moeder trekt zich niets van zijn oordeel aan en laat haar dochter met de man van haar keus trouwen. Ho Sing kan het niet verbieden maar hij heeft de smoor in. Als ze maar kan trouwen! Maar verstandig kiezen? Ho maar! Ze hebben niet eens geld voor een bruiloft, zo moppert hij nog een poosje. De betrekkingen worden er niet beter op als Ho Sing zijn zus een partij knollen (kedelé) stuurt om in Magelang te verkopen en zij het geld dat ze daarmee beurt, zelf houdt.


Copyright © 2025 Willem van der Molen